Enige uren uit de wal van Noordwijk was de pink bezig zijn trawlnet in te halen. Het was slecht weer, met een zelden voorkomende storm uit het Noordoosten en gepaard gaande met veel stroming. De gehele bemanning was aan dek toen door een plotselinge grondzee het schip een ogenblik geheel op zijn kant werd gegooid. Alles wat aan dek stond verdween in zee en een ieder dacht dat zijn laatste uur was geslagen aldus een later verslag. Met al het materiaal werden ook de stuurman Krijn Roeleveld en matroos Benjamin de Niet in zee gesleurd. Benjamin de Niet werd al onmiddellijk door de stroom mee gesleurd verdween al snel uit zicht en verdronk. Stuurman Krijn Roeleveld kon zich nog vastgrijpen aan wat touwwerk van het nog niet volledig ingehaalde net. De overige bemanning die nog maar nauwelijks van de doodschrik was bekomen en nog in levensgevaar verkeerde trachtten de stuurman te redden. Echter Roeleveld raakte in het net verward en niets baatte om hem tijdig daaruit te krijgen zodat ook hij verdronk. In dezelfde nacht en rond de tijd van de ramp beviel de vrouw van Benjamin de Niet, Martijntje van der Harst, van een dochter. Op 17 maart werd de dochter gedoopt en kreeg het de naam Benjamina. Eerder op 12 februari hadden de matrozen Cornelis Bruin en Leendert Grootveld aangifte gedaan van het verlies van hun collega’s.