Op 9 november 1865 lag de pink, op 3 uur varen in noordelijke richting vanuit Scheveningen, aan de vleet. Op onverklaarbare wijze sloeg Arie Groen overboord. Hij bleef bij bewustzijn en kon nog, ondanks zijn loodzware kleding en de leren laarzen, naar de reep van de uitstaande vleet toe zwemmen en deze beetpakken. De golfslag rukte hem echter los van de reep. De bemanning kon geen redding meer bieden en Arie Groen verdween in een ogenblik naar de diepte. Arie Groen liet een vrouw en 5 kinderen achter.
Dat Arie Groen na het losglippen van de reep zo snel naar de diepte zonk was, ondanks dat hij blijkbaar de zwemkunst beheerste, niet verwonderlijk. Ondanks dat het nog geen winter was droeg de visser, naast zijn loodzware laarzen, al behoorlijk wat kleding. Een opsomming daarvan waarbij we een indruk krijgen van wat een visser op zee destijds zoal aan zijn lijf had: een rood wollen hemd; roode wollen onderbroek; een bombazijnen zogenaamde gezondheid; blauwen hemdrok; bombazijnen bovenbroek; bruine wollen kousen; zwarte visserskazak; (korsjak, aut.) een paar lederen visschersmouwen en dito laarzen.