Digitaal monument
Tijdens storm verdronken (1870)
- Scheepsnaam
- De Jonge Maria
- Scheepstype
- Pink
- Datum toedracht
- 28/29 augustus 1870
- Stuurman
- Engel Plugge
- Reder/Rederij
- Cornelis van der Toorn
Betrokkenen
- 30 Jacob de Jong
- 30 Evert Knoester
- 34 Arie Krijn Kuiper
- 36 Engel Plugge
- 29 Huibert Plugge
- 36 Gerbrand Vrolijk
Toedracht
In de nacht van 28 op 29 augustus 1870 stormde het weer hevig langs de Nederlandse kust. De west –noordwesterstorm dreef de zee zo hoog op dat de duinen bij Scheveningen en Katwijk ernstig werden afgeslagen. De op het strand liggende pinken bij Katwijk en Scheveningen liepen ernstige schade op. Planken en rollen - die werden gebruikt om de pinken hoger op het strand te brengen - waren in zee verdwenen.
Een aantal pinken was ter haringvisserij waardoor tijding nog lang kon uitblijven. In de tweede week van september kwam er tijding. De pink De Jonge Maria, die op 26 augustus van Scheveningen was vertrokken, was na de storm – en waarschijnlijk al als wrak- zo ver oostelijk verdaagd dat zij op 12 september ondersteboven op het Baltrummerrif, bij het Duitse Waddeneiland Baltrum, aanspoelde. In het wrak bevonden zich nog vijf lijken. De oud-reder A. Mos vertrok vervolgens naar Baltrum voor identificatie van de lichamen en om de toestand van de pink te bekijken. De lichamen werden op het eiland, behorend bij het toenmalige Pruisen, ter aarde besteld. Het schip was echter zodanig gehavend en onder het zand gekomen dat zij niet meer te redden viel.
*Jacob de Jong was in 1840 te Katwijk geboren maar woonde in 1870 te Scheveningen.