Op de Rotterdamse Waterweg hadden twee Scheveningse bomschuiten een veilige ankerplaats opgezocht in afwachting van beter weer buitengaats. Blijkbaar hadden zij hun schuiten niet aan elkaar vastgemaakt want de reddingsloep van de ‘Wouter’ moest er aan te pas komen om hun verderop gelegen collega’s een bezoek te brengen. Vier vissers roeiden vervolgens over de snelstromende Waterweg. Echter daarbij sloeg de sloep om en alle vier raakten te water. Drie mannen konden nog door een passerende stoomboot uit het water worden gehaald. Martinus Cornelis van der Harst kon niet meer worden gered.