Digitaal monument

Vergaan tijdens zware zeegang. (1893)

Scheepsnaam
Zeevisscherij
Scheepsnummer
SCH 115
Scheepstype
Bomschuit
Datum toedracht
19 november 1893
Schipper
Jan Pronk
Reder/Rederij
J. & P. de Mos

Betrokkenen

  • 16 Arie Dirk Harteveld
  • 36 Nicolaas den Heijer
  • 57 Johannes Westerduin

Toedracht

Op zaterdagavond van de 18e november vertrok de bomschuit ‘Zeevisscherij’ vanuit Vlaardingen ter haringvisserij. Eenmaal vanuit de Nieuwe Waterweg in zee gekomen viel de zeegang behoorlijk tegen. Er stond weliswaar weinig wind maar een uitloper van een op de Noordzee heersend slecht weer veroorzaakte een lastige zee onder de Hollandse wal. Die nacht hielden de hoge zeeën aan waardoor er nauwelijks voortgang werd gemaakt. Tegen de ochtend was de schuit zelfs vanaf de wal nog steeds in zicht. Er werd daarom besloten om naar de Waterweg terug te keren. Echter op enige afstand van de havenhoofden kreeg de schuit van achter een zware stortzee over. In één klap sloegen daarbij vijf man overboord. Aan redding viel niet te denken, de vijf vissers waren direct verdwenen. De schipper en een matroos waren tijdens de stortzee aan dek overeind gebleven, terwijl een derde zich ternauwernood met een sprong in het vooronder had weten te redden. Daar bevond zich ook zich ook nog het jongste lid van de bemanning. Door de stortzee was er ook een zwaard weggeslagen, waarna er met veel moeite een reservezwaard moest worden ingehangen. Blijkbaar was er meer schade ontstaan, want eenmaal voor de monding van de Waterweg gekomen bleek de schuit met de zware zeegang onvoldoende naar het roer te luisteren waardoor de schuit op het zuiderhoofd werd geworpen.
Vanaf de wal had de bemanning van de sleepboot Zuid-Holland, van de firma Smit & Co. het drama opgemerkt. De sleper gooide, met twaalf man aan boord, haastig los om assistentie aan de bomschuit te gaan verlenen. Maar deze kreeg zelf binnen de pieren eveneens een stortzee over waardoor de verschansing, de boot en de stuurinrichting werden stukgeslagen. Door de stortzee was ook de machinekamer vol water geraakt waarna de stoomvuren doofde en de voortstuwingsraderen van het schip tot stilstand kwamen. Hevig slingerend werd de sleepboot tegen het zuiderhoofd gedrukt en kwam daar eveneens vast te zitten. Aan de wal werd opnieuw alles in gereedheid gebracht om een reddingspoging te ondernemen. De reddingsboot(?), een vlet en een loodsjol slaagden er uiteindelijk in de bemanning van de sleepboot af te halen. De sleper was inmiddels over de dam geslagen, brak in tweeën en werd daarna verder uiteengeslagen. Ook de vier overgebleven vissers van de bomschuit konden worden gered. Zij hadden van 10 uur ‘s ochtends tot 4 uur ’s middags op de dam doorgebracht. De schuit was ook over de dam heen geslagen en gezonken. Van de vijf verongelukte vissers kwamen er drie van Scheveningen, één van Egmond- en één van Noordwijk a/zee.

Een dag na de ramp spoelde op het strand van ’s-Gravenzande het lichaam van de 16-jarige Arie Dirk Harteveld aan. Het lichaam werd naar Scheveningen vervoerd en op de Algemene Begraafplaats ter aarde besteld. Matroos Nicolaas den Heijer werd op de 23e november ook op het strand van ’s-Gravenzande gevonden, hij liet een zwangere vrouw en negen kinderen na.
Johannes Westerduin werd in de Waterweg gevonden en te ’s-Gravenzande begraven.
Door een welwillende lezer van het Dagblad van Zuid-Holland en ’s-Gravenhage destijds werd een bedrag van tien gulden geschonken aan het getroffen gezin van Den Heijer. De ‘Haagsche Toneelvereeniging’ adverteerde met het voornemen om een toneelvoorstelling te houden waarvan de opbrengst ten goede zou komen aan de nabestaanden van de ramp.
Aan de reders De Mos werd in januari 1894 door het verzekeringsfonds ƒ 3.750,00 uitgekeerd voor het verlies van hun schuit.

Verder kwamen om:
Arie Glas, uit Egmond aan Zee
Leen Waasdorp, uit Noordwijk a/zee

 

 

Documentatie

Algemeen

Arie D. Harteveld
Aantal beelden: 3

Nicolaas den Heijer
Aantal beelden: 3

Johannes Westerduin
Aantal beelden: 3