1814

1815

1817

1818

1820

1821

1822

1825

1826

1828

1829

1830

1831

1833

1834

1835

1837

1838

1839

1840

1841

1842

1843

1844

1845

1847

1848

1849

1851

1852

1853

1854

1855

1856

1857

1858

1860

1861

1862

1863

1864

1865

1866

1867

1868

1869

1870

1871

1872

1873

1874

1875

1876

1877

1878

1879

1880

1881

1882

1883

1884

1885

1886

1887

1888

1889

1890

1891

1892

1893

1894

1895

1896

1897

1898

1899

1900

1901

1902

1903

1904

1905

1906

1907

1908

1909

1910

1911

1912

1913

1914

1915

1916

1917

1918

1919

1920

1921

1922

1923

1924

1925

1926

1927

1928

1929

1930

1931

1933

1934

1936

1937

1938

1939

1940

1941

1943

1944

1945

1946

1948

1949

1952

1953

1954

1955

1959

1960

1961

1962

1964

1965

1966

1967

1968

1970

1973

1974

1977

1980

1981

1987

1996

2004

2006

2008

Digitaal monument

Vergaan tijdens zware zeegang. (1893)

Scheepsnaam
Zeevisscherij
Scheepsnummer
SCH 115
Scheepstype
Bomschuit
Datum toedracht
19 november 1893
Schipper
Jan Pronk
Reder/Rederij
J. & P. de Mos

Betrokkenen

  • 16 Arie Dirk Harteveld
  • 36 Nicolaas den Heijer
  • 57 Johannes Westerduin

Toedracht

Op zaterdagavond van de 18e november vertrok de bomschuit ‘Zeevisscherij’ vanuit Vlaardingen ter haringvisserij. Eenmaal vanuit de Nieuwe Waterweg in zee gekomen viel de zeegang behoorlijk tegen. Er stond weliswaar weinig wind maar een uitloper van een op de Noordzee heersend slecht weer veroorzaakte een lastige zee onder de Hollandse wal. Die nacht hielden de hoge zeeën aan waardoor er nauwelijks voortgang werd gemaakt. Tegen de ochtend was de schuit zelfs vanaf de wal nog steeds in zicht. Er werd daarom besloten om naar de Waterweg terug te keren. Echter op enige afstand van de havenhoofden kreeg de schuit van achter een zware stortzee over. In één klap sloegen daarbij vijf man overboord. Aan redding viel niet te denken, de vijf vissers waren direct verdwenen. De schipper en een matroos waren tijdens de stortzee aan dek overeind gebleven, terwijl een derde zich ternauwernood met een sprong in het vooronder had weten te redden. Daar bevond zich ook zich ook nog het jongste lid van de bemanning. Door de stortzee was er ook een zwaard weggeslagen, waarna er met veel moeite een reservezwaard moest worden ingehangen. Blijkbaar was er meer schade ontstaan, want eenmaal voor de monding van de Waterweg gekomen bleek de schuit met de zware zeegang onvoldoende naar het roer te luisteren waardoor de schuit op het zuiderhoofd werd geworpen.
Vanaf de wal had de bemanning van de sleepboot Zuid-Holland, van de firma Smit & Co. het drama opgemerkt. De sleper gooide, met twaalf man aan boord, haastig los om assistentie aan de bomschuit te gaan verlenen. Maar deze kreeg zelf binnen de pieren eveneens een stortzee over waardoor de verschansing, de boot en de stuurinrichting werden stukgeslagen. Door de stortzee was ook de machinekamer vol water geraakt waarna de stoomvuren doofde en de voortstuwingsraderen van het schip tot stilstand kwamen. Hevig slingerend werd de sleepboot tegen het zuiderhoofd gedrukt en kwam daar eveneens vast te zitten. Aan de wal werd opnieuw alles in gereedheid gebracht om een reddingspoging te ondernemen. De reddingsboot(?), een vlet en een loodsjol slaagden er uiteindelijk in de bemanning van de sleepboot af te halen. De sleper was inmiddels over de dam geslagen, brak in tweeën en werd daarna verder uiteengeslagen. Ook de vier overgebleven vissers van de bomschuit konden worden gered. Zij hadden van 10 uur ‘s ochtends tot 4 uur ’s middags op de dam doorgebracht. De schuit was ook over de dam heen geslagen en gezonken. Van de vijf verongelukte vissers kwamen er drie van Scheveningen, één van Egmond- en één van Noordwijk a/zee.

Een dag na de ramp spoelde op het strand van ’s-Gravenzande het lichaam van de 16-jarige Arie Dirk Harteveld aan. Het lichaam werd naar Scheveningen vervoerd en op de Algemene Begraafplaats ter aarde besteld. Matroos Nicolaas den Heijer werd op de 23e november ook op het strand van ’s-Gravenzande gevonden, hij liet een zwangere vrouw en negen kinderen na.
Johannes Westerduin werd in de Waterweg gevonden en te ’s-Gravenzande begraven.
Door een welwillende lezer van het Dagblad van Zuid-Holland en ’s-Gravenhage destijds werd een bedrag van tien gulden geschonken aan het getroffen gezin van Den Heijer. De ‘Haagsche Toneelvereeniging’ adverteerde met het voornemen om een toneelvoorstelling te houden waarvan de opbrengst ten goede zou komen aan de nabestaanden van de ramp.
Aan de reders De Mos werd in januari 1894 door het verzekeringsfonds ƒ 3.750,00 uitgekeerd voor het verlies van hun schuit.

Verder kwamen om:
Arie Glas, uit Egmond aan Zee
Leen Waasdorp, uit Noordwijk a/zee

 

 

Documentatie

Algemeen

Arie D. Harteveld
Aantal beelden: 3

Nicolaas den Heijer
Aantal beelden: 3

Johannes Westerduin
Aantal beelden: 3